Wat is een aardbeving?
Een aardbeving wordt veroorzaakt door het bewegen van platen die samen de aardkorst vormen. Doordat de platen bewegen veroorzaakt dit een trilling in de aardkorst. Andere oorzaken kunnen een meteoorinslag, het instorten van een mijn of een vulkaanuitbarsting zijn.
Waardoor ontstaat een aardbeving?
Vaak ontstaan aardbevingen omdat de platen schuiven. Dit komt omdat de buitenlaag van de aarde, ook wel de aardkorst genoemd, gevormd wordt door platen. Onder deze platen liggen nog een aantal andere platen. Waar twee of meer platen bij elkaar komen kan het gebeuren dat de platen naar elkaar toe bewegen, dat ze juist uit elkaar worden bewogen of dat ze langs elkaar heen bewegen. Hierdoor ontstaan verschillende situaties. Liggen twee platen naast elkaar en bewegen ze van elkaar af, dan ontstaat er ruimte tussen de platen. Dit kan veroorzaken dat er in deze ruimte lava uit de onderliggende laag naar boven komt. Na het afkoelen verandert deze lava in lithosfeer. Gaan twee platen juist naar elkaar toe bewegen, dan zorgt dit ervoor dat er geen ruimte meer tussen de platen is. Ze komen dan tegen elkaar aan te liggen. Hierdoor kan de ene plaat dan onder de andere komen te liggen om vervolgens te smelten. In dit geval komt het ook voor dat er geen plaat naar beneden gedrukt wordt. Op de plek waar de beide platen bij elkaar komen komt er veel materiaal vrij. Dit zorgt er weer voor dat er op deze plaats bergen ontstaan. Als laatste kan het ook nog voorkomen dat twee platen met de randen tegen elkaar aanschuiven. Hierdoor wordt er spanning opgebouwd. Deze spanning wordt zo hoog dat de platen op een gegeven moment schokkend langs elkaar schuiven. Dit is een aardbeving. Je zou dit kunnen vergelijken met twee stukken ruw hout. Wanneer je deze strak tegen elkaar aandrukt gebeurt er niks. Hoe harder je duwt, hoe meer de spanning toeneemt. De blokken zullen op een gegeven moment tegen elkaar aan gaan schuiven.
Trillingen
Wanneer er een aardbeving plaatsvindt gebeurt dit altijd op een specifieke plek. Dit noemen we ook wel het epicentrum. De trillingen die bij een aardbeving ontstaan beperken zich niet tot deze ene plek maar verspreiden zich door de aardkorst.
Vaak ligt het punt waar de aardbeving ontstaat heel erg diep onder de grond. Bij aardbevingen komen verschillende soorten trillingen voor. Er zijn zowel trillingen aan de oppervlakte als trillingen in de aardkorst zelf.